Actueel

Actuele informatie van De Vries & Nell Amersfoort

Ik wil mijn werkelijk rendement doorgeven box3 2022 + 2023 en bezwaar maken, wanneer kan dat?

Op dit moment maakt de belastingdienst een nieuw formulier waarmee u het werkelijk rendement op uw vermogen kunt doorgeven.

Informatie website belastingdienst:
Volgens de uitspraken van de Hoge Raad moeten wij uw werkelijk rendement belasten, als dit lager is dan het fictief rendement. Op deze pagina leest u wanneer het formulier beschikbaar komt en wat u in de tussentijd kunt verwachten.

Vanaf oktober 2024: u krijgt een brief met meer informatie

U krijgt vanaf oktober 2024 een brief als u in aanmerking komt voor het doorgeven van uw werkelijk rendement. In die brief vindt u meer informatie.

Vanaf zomer 2025: u mag het formulier Opgaaf werkelijk rendement invullen

Vanaf de zomer van 2025 mag u uw werkelijk rendement aan ons doorgeven. U krijgt voor elk jaar dat u uw werkelijk rendement mag doorgeven een aparte brief.

Als bij het invullen van het formulier Opgaaf werkelijk rendement blijkt dat uw werkelijk rendement lager is dan het eerder door ons berekende fictief rendement, dan verstuurt u het formulier. U krijgt daarna bericht van ons wat dit voor u betekent.

Als bij het invullen van het formulier blijkt dat het werkelijk rendement hoger is dan het eerder door ons berekende fictief rendement, dan verstuurt u het formulier niet. U gaat niet meer belasting betalen dan wij eerder hebben berekend. Ook niet als u het formulier per ongeluk toch verstuurt.

Vanaf eind 2025: u krijgt bericht van ons

Vanaf eind 2025 hebben wij uw box 3-inkomen berekend met uw werkelijk behaald rendement als dat lager is dan het fictief rendement. U krijgt bericht wat dit voor u betekent. U krijgt dan mogelijk geld terug of betaalt minder belasting.

Advies en bezwaar maken als de belastingaanslagen 2022 en 2023 definitief opgelegd zijn:
Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat het box 3-stelsel vanaf 2017 het verdragsrechtelijke discriminatieverbod en eigendomsrecht schendt als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Toen bood de Hoge Raad rechtsherstel door box 3 te heffen op basis van het werkelijke rendement.

Om uitvoering te geven aan het rechtsherstel, heeft de wetgever voor de jaren 2017 tot en met 2022 de Wet rechtsherstel box 3 (hierna: Herstelwet) ingevoerd. Deze wet kent forfaits die het werkelijke rendement zo goed mogelijk zouden moeten benaderen. De vraag die in veel procedures voorlag, en dus uiteindelijk ook bij de Hoge Raad, was of de Herstelwet vanwege die forfaits nog steeds het discriminatieverbod en eigendomsrecht schendt.

Uitspraak Hoge Raad
Naar aanleiding van die procedures oordeelde de Hoge Raad op 6 juni 2024 dat de Herstelwet nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. In die gevallen moet naar het oordeel van de Hoge Raad rechtsherstel geboden worden.

De belastingaanslag moet dan zo ver worden verminderd, zodat alleen nog belasting in box 3 betaald wordt over het werkelijke rendement. De Hoge Raad oordeelt dat ditzelfde geldt voor de Overbruggingswet box 3 die vanaf 2023 geldt. Deze wet regelt, op bijna dezelfde wijze als de Herstelwet, de box 3-heffing vanaf 2023.

En nu?
Vooralsnog hoef je over het algemeen nog niet in actie te komen. De staatssecretaris wil het een en ander namelijk eerst nog in wetgeving opnemen, waarmee met een beoogde inwerkingtreding op 1 juni 2025, een wettelijke tegenbewijsregeling ontstaat. Ook het al eerder aangekondigde formulier opgaaf werkelijk rendement (OWR) waarmee je straks je werkelijk rendement kunt opgeven is waarschijnlijk pas in juni 2025 beschikbaar.

Let op! Als je een definitieve aanslag ontvangt, overleg dan altijd met ons of het verstandig is om jouw rechten veilig te stellen en tijdig bezwaar te maken daartegen. Ook kan het nog nodig zijn om uiterlijk 2024 een verzoek om ambtshalve vermindering in te dienen tegen jouw onherroepelijk vaststaande aanslag 2019.

Let op! Deze arresten staan los van de zogenaamde ‘massaalbezwaarplusprocedures’ voor de jaren 2017-2020 voor de belastingplichtigen die op of voor 24 december 2021 niet (tijdig) bezwaar hadden aangetekend tegen de aanslagen inkomstenbelasting. De massaalbezwaarplusprocedures bevinden zich nog in een beginstadium.

We kunnen niet aangeven wanneer en hoe de Hoge Raad in deze procedures zal oordelen. Dat kan nog maanden duren. Behoor je tot deze groep belastingplichtigen? Dan hoef je ook nog geen (nadere) actie te ondernemen.

De berekening in box 3 vanaf 2017
De nieuwe berekening van de box 3-heffing volgens het rechtsherstel en de Overbruggingswet gaat uit van forfaitaire rendement voor drie vermogensgroepen:

  • Banktegoeden; daarvoor geldt een forfait dat gebaseerd is op de gemiddelde rente op deposito’s.
  • Overige bezittingen (onder meer beleggingen en onroerend goed); daarvoor wordt uitgegaan van het wettelijke forfait uit rendementsklasse II.
  • Schulden; daarvoor wordt uitgegaan van de gemiddelde hypotheekrente.

We hebben de percentages per categorie door de jaren heen op een rij gezet.

2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024
Banktegoeden: rente % deposito’s DNB 0,25 0,12 0,08 0,04 0,01 0,00 0,92 1,03
Schulden: hypotheekrente 3,43 3,2 3,0 2,74 2,46 2,28 2,46 2,47
Overige bezittingen: langetermijnrendement 5,39 5,38 5,59 5,28 5,69 5,53 6,17 6,04

Op basis van de forfaitaire rendementspercentages van de verschillende vermogensgroepen wordt het totale nieuwe forfaitaire rendement berekend. Dit vormt de basis voor de berekening van de nieuwe box 3-heffing.

Voor de jaren 2017 tot en met 2022 werd rechtsherstel geboden; als deze nieuwe box 3-heffing lager is dan de box 3-heffing volgens de wettelijk bepaling, zal dit leiden tot een teruggave van inkomstenbelasting. Is de nieuwe box 3-heffing gelijk of hoger dan de box 3-heffing volgens de wettelijke bepalingen, dan volgt geen teruggave. Je hoeft voor de 2017-2022 echter ook niet bij te betalen.

De berekening volgens de arresten van 6 juni 2024
De Hoge Raad oordeelde op 6 juni 2024 dat rechtsherstel geboden moet worden, zodanig, dat alleen nog belasting in box 3 betaald wordt over het werkelijke rendement. Dit geldt ook voor de box 3-heffing vanaf 2023.

Maar wat is dan het werkelijke rendement? De Hoge Raad geeft een aantal regels:

  • Zo moet voor de berekening van het werkelijke rendement het gehele vermogen in box 3 meegenomen worden, dus ook de bank- en spaartegoeden.
  • Het heffingsvrije vermogen mag niet in aftrek worden gebracht.
  • Het gaat daarbij niet alleen over het rendement op het vermogen op 1 januari, maar over het rendement op het gehele vermogen gedurende het hele jaar.
  • Bij de berekening van het werkelijke rendement gaat het om het nominale rendement, dus zonder rekening te houden met inflatie.
  • Verder worden niet alleen de rechtstreekse voordelen uit vermogensbestanddelen betrokken in het werkelijke rendement (zoals rente, dividend en huur), maar ook de gerealiseerde én ongerealiseerde positieve en negatieve waardeveranderingen.
  • Kosten mogen niet in mindering komen op het rendement, met uitzondering van rente van schulden die tot het vermogen in box 3 horen
  • Bij de bepaling van het rendement in een jaar wordt, tot slot, geen rekening gehouden met positieve of negatieve rendementen in andere jaren. Er is dus geen mogelijkheid van verliesverrekening over de jaargrens heen.

Bij de Hoge Raad lag ook nog de vraag voor of een belastingplichtige recht heeft op rentevergoeding als hij rechtsherstel, en dus een teruggaaf, voor box 3 krijgt. De Hoge Raad oordeelt dat dit in principe niet het geval is.

Dit kan alleen anders zijn als, bij berekening van de wettelijke rente over de belastingvermindering, deze wettelijke rente hoger is dan de belastingvermindering in box 3 zelf.

Hoe nu verder?
Of je daadwerkelijk kunt profiteren van het oordeel van de Hoge Raad staat niet zonder meer vast en is afhankelijk van meerdere factoren. Belangrijk is ook om goed in beeld te brengen naar welke jaren je kijkt.

2017 – 2020
Heb jij tijdig bezwaar gemaakt tegen de belastingheffing in box 3 over de jaren 2017 tot en met 2020? Dan heb je als het goed is bericht gehad van de Belastingdienst. Dat kan dus óf een teruggave inkomstenbelasting zijn óf het bericht dat je geen recht hebt op een teruggave. Als je het niet eens bent met de teruggave of het feit dat je geen teruggave krijgt, kun je:

  • tijdig een verzoek om ambtshalve vermindering indienen (binnen vijf jaar na afloop van het betreffende aangiftejaar; een verzoek om ambtshalve vermindering over 2019 moet dus uiterlijk 2024 zijn ingediend), of;
  • als de bezwaartermijn van jouw aanslag nog niet verlopen is, een bezwaar indienen. De bezwaartermijn staat vermeld op de aanslag.

Dit kan bijvoorbeeld omdat je de toepassing van het forfait nog steeds tot een te ongunstige uitkomst vindt leiden en/of het werkelijke rendement dat je over dit jaar hebt behaald volgens de rekenregels die de Hoge Raad heeft gegeven lager is.

Let op! Is je werkelijke rendement hoger dan het forfaitaire rendement, dan verandert er niets voor jou. De uitspraak van de Hoge Raad kan dus niet tot een hogere aanslag leiden.

Afhandeling aangifte en aanslagen 2021, 2022 & 2023
Ontvang je een definitieve aanslag over 2021, 2022 of 2023? Beoordeel die dan tijdig. Wellicht loont het om bezwaar aan te tekenen indien het werkelijk rendement dat je over het jaar hebt genoten lager is. Dit kan bijvoorbeeld omdat je de toepassing van het forfait nog steeds tot een te ongunstige uitkomst vindt leiden en/of het werkelijke rendement dat je over dit jaar hebt behaald volgens de rekenregels die de Hoge Raad heeft gegeven lager is.

Let op! Is je werkelijke rendement hoger dan het forfaitaire rendement, dan verandert er niets voor jou. De uitspraak van de Hoge Raad kan dus niet tot een hogere aanslag leiden.

Let op! De Belastingdienst legt ook voorlopige aanslagen op. Dit voorkomt dat mensen die recht hebben op teruggaaf lang(er) moeten wachten. Daarnaast voorkomt het dat mensen die belasting moeten betalen – bijvoorbeeld over ander inkomen dan box 3 – onnodig belastingrente in rekening gebracht krijgen. Tegen deze voorlopige aanslagen staat geen bezwaar open. Je kunt een voorlopige aanslag wél laten herzien.

Let op! Aan het indienen van bezwaar en verzoeken tot ambtshalve vermindering zijn termijnen verbonden. Dit staat vermeld op de aanslag en/of beschikking.

Geen bezwaar gemaakt over de jaren 2017-2020?
Heb je géén bezwaar aangetekend tegen aanslagen over 2017 tot en met 2020? Dan kun je niet alsnog bezwaar aantekenen.

Verzoeken om ambtshalve vermindering worden afgewezen. Wat wel? Je ‘lift’ automatisch mee in de zogenaamde massaal bezwaar plus periode. Daarin wordt de rechtsvraag voorgelegd of belastingplichtigen die geen bezwaar hebben ingediend tegen hun aanslag box 3 over de jaren 2017 tot en met 2020 (de zogeheten niet-bezwaarmakers), toch recht hebben op rechtsherstel conform de Wet rechtsherstel box 3 naar aanleiding van het Kerstarrest.

Inmiddels is bekend dat er vier procedures worden gevoerd. Wanneer de behandeling plaats vindt is nog niet bekend.

Mocht de Hoge Raad geheel of gedeeltelijk in het voordeel van die belastingplichtigen beschikken, dan worden alle aanslagen inkomstenbelasting over de kalenderjaren 2017 tot en met 2020 automatisch herzien. Dit gebeurt op dezelfde manier zoals we hiervoor hebben uiteengezet voor de bezwaarmakers. Het maakt niet uit je een verzoek om ambtshalve vermindering of een bezwaarschrift tegen de afwijzing daarvan hebt ingediend. De staatssecretaris heeft dit in een besluit van 25 januari 2023 bekendgemaakt.

Onderzoek naar volledige compensatie
Het kabinet verwacht niet dat de Hoge Raad de groep belastingplichtigen die niet (tijdig) bezwaar hebben aangetekend alsnog in het gelijk gaat stellen maar wil hen de mogelijkheid om deze rechtsvraag voor te leggen niet onthouden. De belangenorganisaties zien wel nieuwe argumenten die niet (expliciet) aan de orde zijn geweest in een eerdere procedure.